zondag 27 februari 2011

276. Werkwijze

Veel heb ik op deze blog al verteld over mijn werkwijze bij het maken van (strip-)tekeningen, van schets tot definitief ingekleurde plaatjes. Toch vroeg Paul mij of ik dit voor één specifiek plaatje nogmaals tot in detail zou willen laten zien.

Mijn werkwijze is niet in één keer tot stand gekomen, maar gegroeid door de jaren heen (en zal, als het goed is, zich ook in de toekomst blijven ontwikkelen, verfijnen en veranderen).
Toen ik midden jaren '80 op de middelbare school zeer serieus en bewust werk ging maken van het tekenen van strips en illustraties had ik het idee dat je alles in één keer op papier moest zien te krijgen. Natuurlijk mochten er wel schetslijnen onder de geïnkte tekening zitten, maar ik tekende rechtstreeks op het definitieve vel papier.

Dat veranderde toen ik boeken ging lezen over het maken van strips en illustraties. In die boeken werden verschillende technieken beschreven en vanaf dat moment ging ik werken met losse schetsen voor zowel decor, decorstukken als personages die ik vervolgens over elkaar heen gelegd overtrok op het eigenlijke tekenpapier (op een groter formaat dan dat het gedrukt zou worden; nog zo'n eye opener), en als ik dan bijvoorbeeld een personage iets te groot had getekend, dan tekende ik deze gewoon iets kleiner nog een keer opnieuw. En in het uiterste geval tekenende ik een heel plaatje opnieuw omdat ik niet tevreden was met het eindresultaat.

Dat was bewerkelijk (en eigenlijk ook zonde van de tijd) en toen op enig moment de kopieermachines de mogelijkheid kregen om per procent te vergroten / verkleinen zag ik daarvan direct de meerwaarde. Ik rekende uit met hoeveel procent ik een schetsje moest vergroten of verkleinen om deze in de juiste verhouding in de rest van de tekening te kunnen passen. En dat was een hele stap vooruit, want ik hoefde goedgekeurde schetsen niet nog een keer opnieuw te tekenen! Maar ik moest daarvoor nog wel steeds naar de dichtstbijzijnde kopieerwinkel fietsen.
Dat veranderde toen ik zo'n 10 jaar geleden mijn eerste wat krachtigere pc met scanner aanschafte. Nu kon ik de schetsjes zelf scannen, iets vergroten of verkleinen en uitprinten zonder steeds met een set schetsjes naar de kopieerwinkel te moeten. De basis werkwijze was echter nog steeds wel hetzelfde: ik tekende alles op papier.
Dat doe ik overigens nog steeds en zal ik ook zeker blijven doen; ik hou gewoon teveel van werken met potlood, papier en inkt! Maar... de digitale technieken hebben beslist hun meerwaarde en ik ben ze gaan gebruiken om bovenstaand beschreven proces efficiënter uit te kunnen voeren. Dit zal ik laten zien aan de hand van een plaatje op pagina 38 van 'Moordkunsten'.

Alles begint nog steeds op papier. Nadat ik een opzet heb gemaakt ga ik als eerste een decorschets maken. In dit geval vond ik al tijdens het schetsen (zoals te lezen is op de schets) dat het tankstation op de achtergrond verder naar links geschoven moest worden, omdat anders de auto niet logisch gepositioneerd was ten opzichte van het tankstation.


In mijn oorspronkelijke werkwijze zou ik op een nieuw velletje het tankstation nog een keer uitgetekend hebben en deze hebben uitgegumd op de oorspronkelijke schets (anders kun je beide schetsen niet goed over elkaar heen leggen op de lichtbak om over te trekken op het tekenkarton). Dat doe ik nu heel vaak niet meer. Toen ik al een hele poos schetsjes scande en digitaal kleiner of groter maakte om vervolgens weer uit te printen, bedacht ik mij dat ik dan net zo goed alle schetsen kon scannen en ze niet alleen digitaal kon vergroten of verkleinen, maar dat ik ze ook best digitaal kon monteren zoals ik tot dan toe op de lichtbak deed.
Ik knipte de Volvo dus gewoon digitaal uit de schets...

... om deze er vervolgens weer digitaal in te plakken, maar nu iets meer naar rechts. Dat betekende wel dat ik het perspectief nog iets aan moest passen, maar dat was eenvoudig op te lossen door het verdwijnpunt iets te verleggen en om de Volvo (die in de oorspronkelijke schets toch al te breed was) iets smaller te maken.

Omdat ik de stoep uit de oorspronkelijke schets door het verschuiven van de Volvo was kwijtgeraakt, tekenende ik deze digitaal opnieuw in.

Vervolgens kon ik Max en Agnes, die ik op losse velletjes had geschetst, in de tekening plaatsen en daar waar nodig nog iets verschuiven, vergroten/verkleinen en digitaal iets bewerken.

Nadat alle beeldelementen in de tekening waren geplaatst, werd het tijd om de tekening in het stripkader van de pagina te plaatsen. Natuurlijk had ik bij het tekenen al rekening gehouden met het kader en wist ik al waar de tekening afgesneden zou gaan worden.

Bij het plaatsen van een tekening in een kader zijn vaak elementen van een tekening nog niet helemaal in balans. En omdat alles toch digitaal is kan alles redelijk eenvoudig nog iets worden bijgewerkt en verschoven. In dit geval moest Agnes toch nog iets gekanteld en naar links verschoven worden.

Bovenstaande werkwijze pas ik overigens wel of niet toe, maar net hoe het uitkomt. Veel plaatjes en tekeningen maak ik vrijwel zonder hulp van de computer. De digitale technieken geven mij echter bij de meer complexe tekeningen de mogelijkheid om zonder al te veel te moeten hertekenen een schets te maken die voldoende houvast biedt voor het maken van de uiteindelijke potloodtekening.

Natuurlijk worden de potloodtekening en de definitieve geïnkte versie gewoon gemaakt op vel tekenkarton, en dat is (gelukkig) weer een hele traditionele bezigheid.

Een tekening is natuurlijk pas af als deze gekleurd is. En dat gebeurt tegenwoordig helemaal digitaal. In het hele tekenproces switch ik dus een aantal keren van papier naar digitaal en andersom. Maar uiteindelijk heet het allemaal tekenen, ongeacht de gebruikte technieken. En ik kan mij geen heerlijker bezigheid voorstellen!

zondag 20 februari 2011

275. Tipje...

In een reactie op de vorige update vroeg Otto of ik ook een tipje van de sluier voor de Eppo cover (die het startpunt voor 'Moordkunsten' in Eppo stripblad zal markeren) op zou kunnen lichten. De cover zelf moet natuurlijk nog even een verrassing blijven, maar een kleine hint wil ik wel alvast geven.

Het ontwerp voor de cover is natuurlijk ontleend aan een scène uit het verhaal, en daarvan wil ik wel tipje van de sluier oplichten.
Maar... niets voor niets: wil je iets meer te weten komen dan zul je op zoek moeten gaan!

Bovenstaand plaatje is een minieme uitsnede uit het decor van de covertekening, die ergens op mijn blog vanuit een een andere perspectief ook te zien is. Vind je de update, dan zie je ook het totale decor en de context van de cover. En wat dat nou precies met het verhaal te maken heeft? Dat zul je kunnen lezen in Eppo stripblad. Voor nu in ieder geval alvast veel plezier met zoeken!

maandag 14 februari 2011

274. Risico's

Voor de strip Max Miller schrijf ik het verhaal en maak ik de tekeningen. Otto vroeg zich af of dat niet een risico is, omdat ik als schrijver dan misschien iets ga schrijven wat ik als tekenaar graag wil tekenen en daarmee dus het verhaal zou laten bepalen door zaken die (alleen) grafisch interessant zijn. Voor mij geldt dit risico vooral andersom. Dit zal ik uitleggen.

Bij het bedenken en vervolgens schrijven van mijn verhalen denk ik in eerste instantie niet aan het tekenen ervan. Vanuit het basisidee (en ga nou niet vragen hoe die ontstaan; die zijn er vaak zomaar ineens) ga ik al brainstormend (en zeker in de beginfase vaak tijdens lange wandelingen) bedenken hoe het verhaal zou kunnen gaan verlopen en wat voor scènes een verhaal nodig zou hebben. In deze fase worden veel verhaallijnen (en soms compleet uitgewerkte scènes) bedacht en vaak weer verworpen, alles om een logisch en consistente plot en verhaallijn uit te dokteren.
Natuurlijk zie ik deze scènes grafisch al wel voor mij (al zegt dat niets over de uiteindelijke uitwerking, want die kan totaal anders zijn), maar ik ben in deze fase toch echt met name bezig met het uitwerken van een verhaal en nog niet met hoe het eruit komt te zien, laat staan met zaken die ik graag zou willen tekenen.
Dit laatste komt pas in de fase hierna. Als de plot en de hoofdlijnen van het verhaal goed en logisch op papier staan (en dat laat ik door een aantal mensen lezen en controleren), moet het verhaal aangekleed worden. Vanaf dit moment zal ik zeker proberen decors en andere objecten in het verhaal te stoppen die ik grafisch interessant vind om te tekenen (al moeten ze wel altijd logisch passen in het verhaal). En die interessante decors enzo zijn absoluut belangrijk, want na het schrijven van het script zal ik nog heel lang vastgekluisterd zitten aan het uitwerken van het net bedachte verhaal, en als ik dan de hele tijd zaken zou moeten tekenen die ik niet leuk vind, dan zou het niet vol te houden zijn.

Bovenstaande wil overigens niet zeggen dat ik geen dingen schrijf die ik niet leuk vind om te tekenen. Het verhaal dwingt een bepaalde logica en dus bepaalde scènes af en die zijn niet allemaal altijd even interessant of leuk om te tekenen.
Zo is het voor het verhaal 'Moordkunsten' nodig dat Max op een gegegeven moment naar een rek met kranten kijkt (en die scène duurt meer dan een pagina lang, waarvan op een aanzienlijk deel van de plaatjes dat rek met kranten te zien is). Als schrijver vond ik het een mooi beeld, als tekenaar echt vreselijk om al die kranten steeds maar weer te moeten tekenen!

In een verhaal zitten altijd een aantal shots of scènes waar je naar uitkijkt om ze te tekenen (en waar je het dus als tekenaar eigenlijk voor doet). In veel gevallen echter kijk ik als tekenaar redelijk neutraal aan tegen datgene wat getekend moet gaan worden. De uitdaging zit 'm dan vooral in het zo goed mogelijk vertellen van het verhaal in grafisch zo interessant mogelijke pagina's dan wel plaatjes. En als dat lukt geeft dat erg veel voldoening!

Maar los van bovenstaande zit er natuurlijk genoeg in het verhaal om mijn tekenaarshart aan op te halen: mooie decors, lekkere actie scènes en een aantal prachtige auto's zoals deze Renault Master...

...en natuurlijk niet te vergeten de Volvo Amazone!

zondag 6 februari 2011

273. Werkkamer

Nou heb ik al een aantal keren foto's van mijn werkkamer laten zien op deze blog. Vaak waren dat echter close-ups van het één of ander. Rogier wilde wel eens zien hoe mijn werkkamer er in z'n totaliteit uitziet. Vandaag wordt hij op z'n wenken bediend, want hieronder een zevental foto's die met de klok mee zijn gemaakt.

Ik snap het wel waarom iemand eens een kijkje wil nemen in de werkkamer van een tekenaar, want dat heb ik zelf ook altijd reuze interessant gevonden (al vind ik dat natuurlijk niet van mijn eigen werkkamer, want die zie ik elke dag al).
Bovenstaande foto laat het belangrijkste deel van mijn werkkamer (vloeroppervlakte ongeveer 6,5 m2) zien, namelijk de tekentafel. Op deze foto ben ik bezig met het digitaal bijwerken van het ontwerp van de Eppo cover (jawel, een primeur!). Natuurlijk is niet de hele cover te zien, slechts een uitsnede daarvan. Voor de volledige cover moet worden gewacht tot Eppo nummer 6.
Wat is er nog meer te zien op deze foto: onder andere een originele Franka tekening in kleur uit 1986, een A3 versie van de Volvo prent en het Eppo publicatieschema voor 2011.

Mijn tekentafel bestaat eigenlijk uit twee werkbladen die in de hoek van de kamer tegen elkaar aan zijn gezet. Het eerste blad gebruik ik vooral om te schetsen en te inkten, het tweede blad bestaat voor een flink deel uit een een lichtbak om de schetsen in potlood over te kunnen zetten
op het eigenlijke tekenkarton. De hoek van de tafel is gevuld met een scanner en een printer, voor mij onmisbare hulpmiddelen om enerzijds mijn schetsen daar waar nodig digitaal aan te kunnen passen en anderzijds om de geïnkte tekeningen in te kunnen scannen, waarna ze digitaal ingekleurd kunnen worden.

Deze foto is aanvullend op de vorige. Wat is hier extra te zien? Onder andere het origineel van de definitieve potloodtekening voor de albumcover van 'Het geheim van de tijd' deel 3 door Eric Heuvel.

De camera draait een stukje verder zodat het werkblad met de lichtbak goed te zien is. Overal liggen schetsen, stroken en ander materiaal voor het komende verhaal 'Moordkunsten'.
Verder is op deze foto nog één van de twee A3 ladekasten te zien die op mijn werkkamer staan om alle originelen in op te bergen.

In de werkkamer bevindt zich ook mijn stripcollectie en een paar planken boeken met allerhande documentatie die ik toch wil bewaren (en gebruik ook), ondanks het digitale tijdperk waarin we leven en waarbij van internet de wereld aan documentatie is te halen. Waarom dan toch nog boeken bewaren? Omdat echt niet alles te vinden is op internet en een goed naslagwerk niet alleen meer en betere foto's levert, maar ook omdat een boek vaak goede achtergrondinformatie levert bij de foto's en dat ontbreekt er nog al eens aan op internet.

Strips maken is voor het grootste deel een solitaire bezigheid. En dan is het luisteren naar muziek een fijne bezigheid naast het tekenen. In deze kast staan talloze cd's met filmmuziek (en dan niet de cd's met popsongs, maar het echte werk: de orkestmuziek.

Tot slot een blik op pagina 20 van het Franka verhaal 'De ondergang van de donderdraak'. Ooit, in de tijd van de Franka fanclub (zo rond 1986), won ik met een prijsvraag de schets van het eerste plaatje. Toen ik een paar jaar geleden de kans kreeg om de pagina er bij te kopen, kon ik die niet laten liggen. Elke dag kijk ik, als ik mijn werkkamer binnenkom, even naar die pagina om mij voor ogen te houden dat kwaliteit bij het maken van strips ontzettend belangrijk is. En dat probeer ik elke dag weer opnieuw in mijn eigen kleine werkkamer op de zolder.